Bron: NRC-Next 25 januari 2013
Schrijver: Victor Lamme
Het werk is op
Goed nieuws! De werkloosheid loopt op. Niet alleen in
Nederland. Internationale arbeidsorganisatie ILO, de arbeidswaakhond van
de Verenigde Naties, verwacht eind dit jaar 202 miljoen werklozen
wereldwijd, net iets meer dan het vorige record uit 2009: 198 miljoen.
Laten we er maar gewoon voor uitkomen: het werk is op. Er valt niet zo gek veel meer te doen. Afgezien van wat achtergebleven gebieden in Afrika is de wereld wel zo’n beetje af. Overal staan blinkende flatgebouwen, luxe winkelcentra en hippe musea. Uit de autofabrieken rollen glanzende limousines die door robots in elkaar worden gelast. Op immense landerijen rijdt een eenzame boer op zijn dorsmachine van 54 meter breed. Aan de achterkant rolt het graan vanzelf in zakken. Koeien zijn getraind om naar de melkrobot te lopen als de uiers gaan knellen. Het zal niet zo lang meer duren voordat kippenfarms zo zijn ingericht dat je aan de ene kant mais in een gat gooit en er aan de andere kant ingepakte kipfilets uitglijden. Met barcode en al.
Vooruitgang. Het kan niet anders dan leiden tot een volledig automatische productie van alles wat ons hartje begeert. Grondstoffen worden vanzelf uit de grond gehaald, naar fabrieken getransporteerd, omgezet in voedsel, gebouwen, producten en gadgets. Dat lijkt me althans de bedoeling ervan. Oké, er zal in het begin hier en daar nog een ontwerper aan te pas komen, maar gaandeweg zal ook die taak worden overgenomen: computers registeren aan de hand van ons gedrag waar dingen niet helemaal lekker lopen of nieuwe behoeften ontstaan. Intelligente systemen bedenken een oplossing en implementeren die in een fabriek.
Grote vraag is natuurlijk: wie bepaalt wie wat krijgt? In ons huidige economische denken moeten spullen worden verdiend. Maar wat als er niks meer te verdienen valt? Alles naar de laatste honderd man die aan de knoppen draaien, en de rest krijgt niets (kapitalisme)? Of alles eerlijk delen (communisme)?
In de westerse wereld is gekozen voor een derde optie: we doen allemaal net alsof we werken. We vullen onze dagen met het naar elkaar schuiven van stukken papier, we bestoken elkaar met e-mails vol nutteloze vragen, vergaderen in zaaltjes over non-issues: we spelen manager. Met echte productie heeft het allemaal niet veel te maken, sterker nog, zonder al die druk door elkaar lopende mannetjes en vrouwtjes zou het misschien wel beter gaan met de wereld. Maar ja, het moet, want hoe harder je rent, hoe meer recht je hebt op spullen. Zo hebben we dat hier afgesproken.
Maar het tij is niet te keren. Op een dag zal ook jij thuis moeten zitten. Werkloosheid is het bewijs van het vorderen van onze beschaving.
Laten we er maar gewoon voor uitkomen: het werk is op. Er valt niet zo gek veel meer te doen. Afgezien van wat achtergebleven gebieden in Afrika is de wereld wel zo’n beetje af. Overal staan blinkende flatgebouwen, luxe winkelcentra en hippe musea. Uit de autofabrieken rollen glanzende limousines die door robots in elkaar worden gelast. Op immense landerijen rijdt een eenzame boer op zijn dorsmachine van 54 meter breed. Aan de achterkant rolt het graan vanzelf in zakken. Koeien zijn getraind om naar de melkrobot te lopen als de uiers gaan knellen. Het zal niet zo lang meer duren voordat kippenfarms zo zijn ingericht dat je aan de ene kant mais in een gat gooit en er aan de andere kant ingepakte kipfilets uitglijden. Met barcode en al.
Vooruitgang. Het kan niet anders dan leiden tot een volledig automatische productie van alles wat ons hartje begeert. Grondstoffen worden vanzelf uit de grond gehaald, naar fabrieken getransporteerd, omgezet in voedsel, gebouwen, producten en gadgets. Dat lijkt me althans de bedoeling ervan. Oké, er zal in het begin hier en daar nog een ontwerper aan te pas komen, maar gaandeweg zal ook die taak worden overgenomen: computers registeren aan de hand van ons gedrag waar dingen niet helemaal lekker lopen of nieuwe behoeften ontstaan. Intelligente systemen bedenken een oplossing en implementeren die in een fabriek.
Grote vraag is natuurlijk: wie bepaalt wie wat krijgt? In ons huidige economische denken moeten spullen worden verdiend. Maar wat als er niks meer te verdienen valt? Alles naar de laatste honderd man die aan de knoppen draaien, en de rest krijgt niets (kapitalisme)? Of alles eerlijk delen (communisme)?
In de westerse wereld is gekozen voor een derde optie: we doen allemaal net alsof we werken. We vullen onze dagen met het naar elkaar schuiven van stukken papier, we bestoken elkaar met e-mails vol nutteloze vragen, vergaderen in zaaltjes over non-issues: we spelen manager. Met echte productie heeft het allemaal niet veel te maken, sterker nog, zonder al die druk door elkaar lopende mannetjes en vrouwtjes zou het misschien wel beter gaan met de wereld. Maar ja, het moet, want hoe harder je rent, hoe meer recht je hebt op spullen. Zo hebben we dat hier afgesproken.
Maar het tij is niet te keren. Op een dag zal ook jij thuis moeten zitten. Werkloosheid is het bewijs van het vorderen van onze beschaving.
Treffend! Hoe lang echter nog voor een dergelijke column zichzelf schrijft?
BeantwoordenVerwijderen